Ik ben een instelling (bedrijf, organisatie, school)

Als instelling (publiek of particulier) heb je een grote slagkracht en kan je grote bewegingen in gang zetten. Met je inkoopbeleid kan je mogelijkheden scheppen voor meer lokale voedselproductie: als in de kantine voortaan melk van de boer uit de buurt geschonken wordt, kan deze boer én zijn afzet vergroten én het verhaal van de boerderij vertellen. Leg je inkoopvraag neer bij lokale ondernemers en vraag hen daarin, tegen een redelijke prijs, te voorzien. Met het volume van jullie inkoop kan je mogelijk in een keer de productie van een nieuw voedingsmiddel rendabel maken.

Bedrijf
Als bedrijf kan je in je bedrijfskantine, voor diners of de catering van feesten overgaan op het serveren van lokale producten. Afhankelijk van je werkzaamheden kan je ook je expertise inzetten voor het vergroten van de productie en consumptie van lokaal voedsel.

Financiële sector
Als financiële instelling zijn er uitgelezen kansen nieuwe vormen van landbouw mogelijk te maken. Door verantwoordelijkheid te nemen voor de ontwikkeling van een nieuw marktmodel voor natuurinclusieve landbouw, kan je mede zorg dragen voor een duurzame toekomst van agrarisch Fryslân.

Zorginstelling
Als zorgverzekeraar of grote zorginstelling kunt u bijdragen door onafhankelijk onderzoek naar de relatie tussen voeding en gezondheid mogelijk te maken. Ook het initiëren van publiekscampagnes om de kennis van gezonde, duurzame lokale voeding te vergroten, kan een waardevolle bijdrage zijn. Zorginstellingen kunnen ook zelf voor personeel, gasten en bewoners overgaan op het serveren van lokale producten.

Onderwijs
Als je een onderwijsinstelling bent, heb je behalve je inkoopbeleid ook nog de overdracht van kennis tot je beschikking om deze bewegingen mogelijk te maken. Draag zorg voor voldoende kennis van biologische, permacultuur en/of natuurinclusieve productiemethoden in het onderwijs (voor zover van toepassing).

In het basisonderwijs zijn er veel mogelijkheden om bij boeren op excursie te gaan en kinderen te laten zien waar hun eten vandaan komt. Ook smaaklessen en schoolmoestuinen bieden kinderen meer bewustzijn over hun eten. Meer informatie bij Groen Doen en Jong Leren Eten. Een simpele stap voor een eigen voedselvisie op de basisschool is de invoering van de regel dat er slechts gezonde traktaties uitgedeeld worden bij feestelijkheden. In Amsterdam werd deze regel met succes doorgevoerd.

In het beroepsonderwijs liggen veel kansen om groene ondernemers op te leiden – van koks tot tuinders en melkveehouders. Aandacht voor biodiversiteit, seizoensgebonden en lokaal aanbod zouden belangrijke bestanddelen van het onderwijs moeten zijn. Ook zou het beroepsonderwijs moeten voorzien in het behoud en de overdracht van kennis van ambachtelijke toepassingen van lokaal beschikbaar voedsel (bijvoorbeeld de zoetwatervisserij en de ambachtelijke werkwijzen in de landbouw).

In het hoger onderwijs zijn volop kansen voor kennisontwikkeling voor de verduurzaming van onze regionale voedselproductie. Een onderzoek naar de werkelijke kosten van gangbare, biologische en permacultuurlandbouw met daarin een degelijke kosten-baten-analyse is van essentieel belang voor deze ontwikkeling. Ook is grote behoefte aan een duurzaamheidsmeetlat voor lokale producenten. Verder is onderzoek nodig naar dubbeldoelrassen, een marktmodel voor een modern gemengd bedrijf, naar duurzame visvangst, -teelt en –consumptie en de marktkansen voor lokale duurzame viskwekerij.

Als kennisinstelling met een rol in publieksvoorlichting liggen er tal van kansen om campagnes te voeren voor meer duurzame lokale consumptie. Veel consumenten missen de basisvaardigheden om pure, onbewerkte ingrediënten te bereiden of missen de kennis van lokale producten en hun seizoensbeschikbaarheid.